CheckMarket biedt een krachtige scriptingtaal aan om je enquêtes en rapporten te verbeteren, genoemd de CheckMarket Scripting Language of CSL.
Op het meest eenvoudige niveau is de CSL laagdrempelig en eenvoudig te gebruiken. Je kan de scriptingtaal gebruiken om variabelen in je enquêtes en rapporten te plaatsen door ze te selecteren in een drop-down menu.
Dit artikel lijst alle variabelen op die beschikbaar zijn in de Enquête Interface (EI), en dit op volgende plaatsen:
- Enquête: de enquête zelf als de respondent deze invult
- E-mails: de uitnodiging, herinnering en dankmail
- Meldingen: alle verschillende soorten meldingen
De standaard context is steeds de huidige enquête, huidige respondent, huidige contact en huidige taal.
Basisbegrippen
Syntax
Variabelen in deze scriptingtaal worden ingesloten door dubbele accolades, zoals deze: {{eenVariabele}}. Deze zijn niet hoofdlettergevoelig, dus {{EenVariabele}} is hetzelfde als {{eenVariabele}}.
Hiërarchie
De variabelen zijn hiërarchisch, je kunt er dus doorheen navigeren door een puntnotatie te gebruiken. Dit zijn de topniveaus in de Enquête Interface:
- Enquête: details van de enquête en de collectie van alle vragen in een enquête.
- Respondent: antwoorden en andere metadata van de huidige respondent die de enquête invult.
- Contact: metadata van het contact dat de enquête invult. Niet alle respondenten zijn ook contacten.
Lijst met variabelen in de Enquête Interface
| Variabele | Omschrijving |
|---|---|
| ID van de enquête |
| enquêtetitel in de huidige taal |
| de referentie naar de enquête |
| de hoogst mogelijke score voor de enquête |
| datum waarop de enquête gecreëerd werd |
| startdatum van de enquête |
| einddatum van de enquête |
| het tekstlabel van de status van de enquête in de huidige taal voeg ‘id’ toe om de ID van de status te verkrijgen |
| naam van de standaardtaal in de huidige taal voeg ‘code’ toe om de taalcode te verkrijgen |
| ‘Live‘ link van de enquête in de huidige taal voeg een specifieke taalcode toe om de URL voor die taal te verkrijgen |
| URL van de aanmeldpagina van de enquête in de huidige taal voeg een specifieke taalcode toe aan de URL voor die taal |
| URL van de privacykennisgeving van de enquête in de huidige taal voeg een specifieke taalcode toe aan de URL voor die taal |
| URL van de afdrukbare versie van de enquête in de huidige taal voeg een specifieke taalcode toe aan de URL voor die taal |
| URL van de vragen-editor in het CheckMarket platform |
| URL van de beheerpagina van de meldingen in het CheckMarket platform |
| werken enkel in een melding |
| informatie over de CheckMarket-gebruiker die eigenaar is van deze enquête. |
Merk op dat ‘Questions’ meervoud is. Dit betekent dat het gaat om een collectie van de vragen in de enquête. Maar hoe vind je de vraag die je zoekt? Welnu, er zijn drie manieren:
- Nummer: gebruik het vraagnummer (niet aanbevolen)
gemakkelijk om te gebruiken, maar het is ook de minst veilige en meest veranderlijke optie – als er een vraag wordt toegevoegd of verwijderd boven de vraag die je nodig hebt, zal het vraagnummer wijzigen - ID: gebruik de unieke ID van een vraag – deze verandert nooit, zelfs niet wanneer er vragen toegevoegd, verwijderd of verplaatst worden
- Gegevenslabel: gebruik het gegevenslabel (aanbevolen)
zoals de ID, wijzigt ook het gegevenslabel niet wanneer de vraag verplaatst wordt, of wanneer er andere vragen toegevoegd of verwijderd worden – het grootste voordeel is dat het gegevenslabel een betekenis kan overbrengen – zo is ‘questions.nps’ gemakkelijker te lezen dan een of ander getal
| Variabele | Omschrijving |
|---|---|
| een collectie van alle vragen in de enquête, meestal gebruikt in ‘each‘ loops |
| verwijs naar de vraag in de enquête met vraagnummer 1 |
| verwijs naar de vraag in de enquête met ID 1 |
| verwijs naar de vraag in de enquête met het gegevenslabel ‘mijnlabel’ (aanbevolen methode) |
| ID van de vraag met het gegevenslabel ‘mijnlabel’ |
| tekst van de vraag in de huidige taal gebruik het suffix ‘unformatted’ om alle opmaak te verwijderen |
| vraagnummer van de vraag |
| gegevenslabel van de vraag met ID 1 |
| paginanummer van de vraag |
| vraagtype, de mogelijke waarden kan je hier vinden |
| hoogst mogelijke score van de vraag |
| geeft ‘true’ als resultaat als de vraag verborgen is, zo niet geeft deze variabele ‘false’ terug – vaak gebruikt bij ‘if’ operatoren |
| collectie van de subvragen van een matrix-vraag – om een specifieke subvraag te verkrijgen, kan je ofwel het nummer van de volgorde, het gegevenslabel of ID van de subvraag gebruiken. Eens je de subvraag hebt, kan je alle andere vraag-eigenschappen gebruiken die hierboven opgelijst staan |
| collectie van de antwoordopties van de vraag – je kunt verwijzen naar specifieke antwoordopties gebaseerd op hun volgorde-nummer of hun ID |
| ID van de eerste antwoordoptie van de vraag |
| volgorde-nummer van de antwoordoptie met ID 1 van de vraag |
| tekst van de eerste antwoordoptie van de vraag – gebruik het suffix .unformatted om alle opmaak te verwijderen |
| de schaalwaarde van de antwoordoptie – in een waarderingsschaal of matrix-vraag kan de schaal van een vraag starten vanaf ‘0 (nul)’ of deze kan gaan van -3 tot +3 – de schaalwaarde zal die waarde teruggeven – bijvoorbeeld in een NPS-vraag heeft de eerste antwoordoptie een volgorde-nummer van ‘1’, maar een schaalwaarde van ‘0 (nul)’ aangezien de schaal van een NPS-vraag gaat van 0 tot 10 |
| geeft de score terug van de eerste antwoordoptie van de vraag |
| geeft ‘true’ als resultaat als de antwoordkeuze de optie ‘Niet van toepassing’ is |
| geeft ‘true’ als resultaat als de antwoordkeuze de optie ‘Andere’ is |
| geeft ‘true’ als resultaat als de antwoordkeuze verborgen is |
Haal de resultaten op van alle respondenten voor de volledige enquête, een specifieke vraag, een subvraag of een antwoordoptie.
We raden ten sterkste aan het gegevenslabel van een vraag te gebruiken om naar een vraag te verwijzen, aangezien het gegevenslabel niet verandert als een enquête wordt bewerkt en het duidelijker maakt wat de variabele bevat.
| Variabele | Omschrijving |
|---|---|
| Het totale aantal personen dat de enquête, vraag of antwoordoptie heeft ingevuld. Voeg ‘.completed’ toe om enkel respondenten te tellen die het einde van de enquête bereikt hebben. |
| De gemiddelde schaalwaarde voor een vraag, overheen alle respondenten. Voeg ‘.completed’ toe om enkel respondenten te tellen die het einde van de enquête bereikt hebben. |
| De gemiddelde score voor een specifieke vraag of voor de gehele enquête. Voeg ‘.completed’ toe om enkel respondenten te tellen die het einde van de enquête bereikt hebben. |
| De som van alle waarden voor een vraag of antwoordoptie, overheen alle respondenten. Dit werkt voor sliders, tekstvakken met numerieke validatie en vragen met schaalwaarden. Voeg ‘.completed’ toe om enkel respondenten te tellen die het einde van de enquête bereikt hebben. |
| De som van alle scores voor een enquête, vraag of antwoordoptie, overheen alle respondenten. Voeg ‘.completed’ toe om enkel respondenten te tellen die het einde van de enquête bereikt hebben. |
| De gecombineerde NPS voor een vraag. Voeg ‘.completed’ toe om enkel respondenten te tellen die het einde van de enquête bereikt hebben. |
| Het aantal contacten van een enquête, vraag of antwoordoptie. |
| Het aantal startpagina weergaven van de enquête. Dit is het het aantal keer dat de eerste pagina van de enquête is bekeken. Je kunt dit aantal ook opvragen voor enkel contacten of niet-contacten. |
Deze variabelen hebben betrekking op de huidige respondent.
| Variabele | Omschrijving |
|---|---|
| ID van de huidige respondent |
| unieke hash van de respondent |
| totale score van de respondent |
| het percentage van de score van de respondent ten opzichte van de hoogst mogelijk haalbare score in de enquête |
| de datum waarop de respondent de enquête beantwoord heeft |
| de naam van de taal van de respondent in de huidige taal – je kunt ‘.code’ toevoegen om de taalcode te verkrijgen in plaats van de naam |
| de status van de respondent: gedeeltelijk beantwoord, volledig beantwoord, afgedank – je kunt ‘.id’ toevoegen om de ID van de status te verkrijgen
|
| het kanaal dat de respondent gebruikt heeft om de enquête in te vullen: Web, E-mail, Kiosk, SMS, enz. – je kunt ‘.id’ toevoegen om de numerieke ID van het kanaal te verkrijgen |
| het percentage van de enquête dat door de respondent is ingevuld. Houd er rekening mee dat afgedankte respondenten als 100% worden getoond. |
| de webbrowser die de respondent gebruikt heeft om de enquête in te vullen: Google Chrome, Mozilla Firefox, of dergelijke. |
| het besturingssysteem dat de respondent gebruikt heeft om de enquête in te vullen: Windows, Android, of dergelijke. |
| URL van de dankpagina van de huidige respondent. Indien de respondent afgedankt is verwijst deze URL naar de alternatieve (af)dankpagina. |
| URL van het respondentverslag van de huidige respondent – je kunt de taal specificeren of je kunt ‘.internal’ toevoegen, zodat enkel tool gebruikers met toegang tot de enquête het rapport kunnen zien, hetgeen vaak gebruikt wordt in meldingen. Gebruik ‘.internal.share’ om alle metadata te tonen, zonder dat men dient in te loggen. |
| URL die respondenten kunnen gebruiken om hun enquête voort te zetten van waar ze gebleven waren. |
| URL om antwoorden van een respondent te wijzigen. Lees meer. |
| de locatie van de respondent gebaseerd op hun IP-adres – je kunt ‘city’, of ‘country’ toevoegen om maar een deel van de locatie weer te geven |
| totale tijd (in seconden) die de respondent gespendeerd heeft in de enquête |
Haal de antwoorden op van de huidige respondent.
We raden ten zeerste aan het gegevenslabel van een vraag te gebruiken om naar een vraag te verwijzen, aangezien het gegevenslabel niet verandert als een enquête wordt bewerkt en het duidelijker maakt wat de variabele bevat.
| Variabele | Omschrijving |
|---|---|
| collectie van de vragen die een respondent beantwoord heeft – je kunt naar een specifieke vraag refereren door het vraagnummer, ID of gegevenslabel te gebruiken – je kunt er ook doorheen gaan met behulp van een ‘each’ operator |
| het antwoord van de respondent op de vraag met vraagnummer 1 – als dit een open vraag is, zal deze variabele het open antwoord tonen zoals de respondent dit in de vraag ingetikt heeft – voor andere vragen krijg je de tekst van de antwoordoptie terug – voor vragen met een lege antwoordoptie met een schaal krijg je de schaalwaarde terug – voor andere vragen krijg je de tekst van de antwoordoptie terug – wanneer meer dan één antwoord kon gekozen worden, zoals bij een vraag met checkboxes, wordt een door komma’s gescheiden lijst teruggegeven – als de respondent deze vraag niet beantwoord heeft, wordt er niets teruggegeven en wordt de variabele vervangen door een tekenreeks met de lengte nul |
| antwoord van de respondent op de vraag met ID 1 |
| antwoord van de respondent op de vraag met het gegevenslabel ‘mijnlabel’ (aanbevolen methode)
Dit geeft het antwoord van de respondent op deze vraag terug. Er is een reserve volgorde in wat wordt geretourneerd:
|
| het antwoord van de respondent, met opmaak. Ideaal om te gebruiken in een melding of rapport. Gebruik dit niet voor prefilling of weergavelogica. Bijvoorbeeld, als je antwoordopties een kleur bevatten, zal deze opmaak doorkomen. |
| de tekst van het open antwoord zoals de respondent deze ingetikt heeft |
| de tekst van de antwoordkeuze die de respondent geselecteerd heeft, NIET van het open antwoord. Wanneer er meer dan één antwoord kon gekozen worden, zoals in vragen met checkboxes, wordt een door komma’s gescheiden lijst teruggegeven |
| de schaalwaarde van de antwoordoptie die de respondent heeft gekozen – sommige vragen hebben bijvoorbeeld een schaal van 0 tot 10 of van -3 tot +3 |
| het volgorde-nummer van de antwoordkeuze die de respondent heeft geselecteerd. Wanneer er meer dan één antwoord kon gekozen worden, zoals in vragen met checkboxes, wordt een door komma’s gescheiden lijst teruggegeven. |
| de score die de respondent op de vraag behaalde |
| het NPS-type: criticaster (0-6), passief tevreden (7-8) of promotor (9-10) van de respondent gebaseerd op hun antwoord op de vraag. Voeg .styled toe om dit een kleur te geven gebaseerd op het NPS-type. |
| datumweergave van het antwoord van de respondent. Meer info over datum objecten kan je vinden in het gedeelte Datum Operatoren in dit artikel. |
| geeft ‘true’ als resultaat als de antwoordkeuze de optie ‘Niet van toepassing’ is |
| geeft ‘true’ als resultaat als de antwoordkeuze de optie ‘Andere’ is |
| collectie van de antwoorden van de huidige respondent op de subvragen van de matrix-vraag |
| Om het open antwoord van de optie “andere, gelieve te specificeren” te krijgen in een matrix vraag. Vervang de X door de actuele subvraag. |
| Om een specifieke subvraag te verkrijgen, kan je ofwel het nummer van de volgorde, het gegevenslabel of ID van de subvraag gebruiken. Eens je de subvraag hebt, kan je alle andere vraag-eigenschappen gebruiken die hier opgelijst staan zoals ‘.answerChoices’. |
| collectie van de antwoordkeuzes – deze wordt gebruikt wanneer je wil refereren naar een specifiek antwoord van een respondent |
| geeft het antwoord terug op de eerste antwoordoptie – als de respondent deze antwoordoptie niet gekozen heeft, wordt er niets getoond |
| geeft het antwoord terug op antwoordoptie 123 |
| geeft het antwoord op de n-de antwoordoptie die de respondent gekozen heeft – in een vraag met checkboxes, bijvoorbeeld, en de respondent kiest de 2de en 5de antwoordkeuze, dan zal ‘nth-1’ de 2de antwoordoptie weergeven en ‘nth-2’ de 5de |
| Variabele | Omschrijving |
|---|---|
| de contact ID van het huidige contact |
| de voornaam van het contact |
| de achernaam van het contact |
| de voor- en achternaam van het contact |
| de status van het contact |
| de naam van de taal van het contact – voeg ‘code’ toe om de taalcode te verkrijgen |
| de straat van het contactd |
| het huisnummer van het contactd |
| de bus van het contact |
| de postcode van het contact |
| de woonplaats van het contact |
| de provincie van het contact |
| de staat of afkorting van de staat waar het contact woont |
| de naam of code van het land van het contact |
| het e-mailadres van het contact |
| het telefoonnummer van het contact |
| het geslacht van het contact of enkele tests die ‘true’ of ‘false’ als resultaat zullen geven |
| de geboortedatum van het contact |
| geeft ‘true’ als resultaat wanneer het contact zich uitgeschreven heeft |
| geeft ‘true’ als resultaat wanneer het e-mailadres gebouncet is |
| de datum waarop het contact toegevoegd werd aan de enquête |
| de datum waarop het contact uitgenodigd werd voor de enquête |
| dat datum waarop het contact de e-mailuitnodiging of herinnering gezien heeft |
| de datum waarop het contact geklikt heeft op de link naar de enquête |
| de datum waarop een herinnering naar het contact gestuurd werd |
| de datum waarop een herinnering ‘gedeeltelijk geantwoord’ naar het contact gestuurd werd |
| de datum waarop een tweede herinnering naar het contact gestuurd werd |
| de vervaldatum van de e-mailuitnodiging van het contact |
| de datum waarop het contact de enquête beantwoord heeft |
| de datum waarop een dankmail naar het contact werd gestuurd |
| de uitnodigingsdatum en -tijd van het contact |
| de laatste datum en tijd waarop het contact bewerkt werd |
| collectie van alle gepersonaliseerde velden. Handig voor ‘each’ loops |
| geeft de inhoud van een gepersonaliseerd veld weer – wijzig de ‘1’ op het einde om de inhoud van andere velden te verkrijgen |
| gebruik de naam van het gepersonaliseerde veld in plaats van het nummer, dit maakt de variabele leesbaarder en begrijpelijker – spaties in veldnamen vervang je door een liggend streepje of ‘underscore’ (aanbevolen methode) |
| de ‘live‘ enquête URL voor dit contact |
| URL naar het respondentverslag van dit contact – je kunt de taal specificeren of ‘.internal’ toevoegen, zodat enkel tool gebruikers met toegang tot de enquête het rapport kunnen zien, hetgeen vaak wordt gebruikt in meldingen |
| URL naar de uitschrijf-pagina voor dit contact |
| URL om de e-mailuitnodiging in de browser te tonen |
| Variable | Description |
|---|---|
| de waarde van een parameter in de querystring van de enquête-URL |
| de huidige datum, inclusief tijd – je kunt ook enkel de datum of tijd selecteren ook beschikbaar: de datum in UTC (gecoördineerde wereldtijd) en de datum in het ISO 8601-formaat opmerking: al deze datumeigenschappen zijn ook beschikbaar voor andere datums (bijv. respondent.dateResponded) |
| het tijdsverschil tussen de lokale tijdzone van de enquête-eigenaar en UTC (gecoördineerde wereldtijd). Dit is gebaseerd op de instelling in het gebruikersprofiel van de eigenaar van de enquête. |
| de bedrijfsnaam van je CheckMarket account. |
Hulp nodig?
De CheckMarket Scripting Language biedt zeer vele toepassingsmogelijkheden, die wij uiteraard niet allemaal gratis kunnen ondersteunen. Het eigen gebruik van onze scriptingtaal (CSL) is inbegrepen in al onze prijsformules, en daarnaast bieden onze specialisten graag ondersteuning aan klanten die dat wensen.
Wil je geavanceerde enquêtes en/of enquêterapporten maken maar heb je hier zelf geen tijd voor? Heb je hulp nodig met het programmeren van een enquête of een rapport? Laat gerust een van onze projectmanagers dit voor je doen!
Geef een antwoord